Een jaar terug in de tijd. 15 juni 2016. Het brexit-referendum staat voor de deur. De Thames in Londen vormt het toneel voor een zeeslag. Ontevreden Britse vissers, met admiraal Nigel Farage, scanderen: "Take back control over our waters." De neergang van de Britse visindustrie moet worden gestopt door Europese bemoeienissen in Britse wateren af te voeren. Popicoon Bob Geldof voert de tegenaanval aan en verdedigt een verlengd EU-visserijlidmaatschap. Wat verwensingen over en weer, een obligaat nat pak en de fel begeerde publiciteit enkele dagen voor het referendum. Daartoe bleef de zeeslag op de Thames beperkt. Enkele dagen later haalden de ontevreden vissers hun échte slag thuis, toen een meerderheid van de Britten besliste uit de Europese Unie te treden.

Hogere quota voor Britse vissers

De Britten zijn nooit grote fans geweest van het Gemeenschappelijk Europees Visserijbeleid. De Britse vissers stemden met een grote meerderheid voor een brexit. Het visserijdossier staat symbool voor de stevige onderhandelingen tussen de VK en de EU. Omdat het precies de kern raakt van wat de brexiteers hun kiezers voorhielden. Het gaat over grenzen stellen, zelf beslissen wie waar mag komen en het veiligstellen van werkgelegenheid. Controle over de eigen wateren gaat erin als zoete koek bij de publieke opinie. Britannia rules the waves (again).

Europese vissers zijn erg afhankelijk van de Britse visbestanden. In 2015 vingen de EU-vaartuigen maar liefst 683.000 ton in Britse wateren, terwijl Britse vaartuigen 111.000 ton ophaalden in de EU27-wateren. Met die cijfers in de hand willen de Britten minstens hogere visquota voor zichzelf onderhandelen. Enkel dan blijven de Europese vaartuigen welkom.

"We're taking back control"

De discussie kwam vorige week op scherp te staan. De Britse regering kondigde aan uit de conventie van Londen uit 1964 te stappen. Dat visserijverdrag geeft vissers uit vijf landen, waaronder onze Vlaamse vissers, toegang tot een deel van de Britse territoriale wateren tussen de zes en twaalf zeemijl voor de kust. De gevolgen daarvan voor onze vissers zijn relatief beperkt. Maar de vrees bestaat dat dit slechts een voorbode is van maatregelen die onze vissers harder zullen treffen of, erger nog, die de doodsteek zouden betekenen van onze Vlaamse visserij.

Onze visserij is erg afhankelijk van een goed akkoord met het Verenigd Koninkrijk. Meer nog: van alle Europese lidstaten zouden wij bij de zwaarst getroffenen zijn, wanneer geen of een slecht akkoord wordt bereikt. Wanneer je kijkt naar de waarde van de vis die gevangen en aan land wordt gebracht, hebben onze Vlaamse vissers een vangstafhankelijkheid op Britse wateren van meer dan vijftig procent. De relatieve stabiliteit die we vandaag kennen op het gebied van quotaverdeling moet dus behouden blijven, om de toekomst van onze visserij te garanderen.

Tegelijk blazen de Britten het best niet te hoog van de toren. Vis vangen is één ding, die vis verkocht krijgen is nog iets anders. En net op dat gebied is het Verenigd Koninkrijk sterk afhankelijk van de Europese markt. Zo'n 68 procent van zijn visserij- en aquacultuurproducten zijn voor Europa bestemd. Dat geeft ons een goede hefboom in de onderhandelingen. Als de Britten hun vis aan ons willen blijven verkopen, ontketenen ze het best geen nieuwe kabeljauw- of makreeloorlog. Een nieuwe zeeslag zou hen weleens zuur kunnen opbreken. Wij zullen niet dulden dat onze Vlaamse vissers het slachtoffer worden van politiek tactische spelletjes.

Maar het visserijdossier gaat ook dieper. Hoe willen de Britten zich positioneren op het wereldtoneel? Denken ze de eigen (visserij)belangen het best te verdedigen door op zichzelf terug te plooien? Of gaan ze echt voor dat 'Global Britain'? Dan zal er eerlijk en volwassen gesproken moeten worden. Zodat onze vissers garanties krijgen op een duurzaam visserijbeheer. En wij ons op het continent kunnen blijven verlekkeren aan heerlijke vis uit Britse wateren.